Wab: de ‘nieuwe’ ketenregeling

Andere nieuwsberichten

Wab: de ‘nieuwe’ ketenregeling

De ketenbepaling regelt wanneer opvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd overgaan in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

Tot 1 juli 2015 gold de volgende regel: maximaal drie contracten voor bepaalde tijd binnen een periode van drie jaar. Bij het vierde contract of op de dag na het verstrijken van de driejaarsperiode is er sprake van een vast contract.

Pas als er tussen twee contracten een periode zit van meer dan drie maanden dan ontstaat er een nieuwe keten. Dan mogen er weer nieuwe tijdelijke contracten voor een periode van maximaal drie jaar worden gesloten.

Met de invoering van de Wwz is de ketenregeling ingeperkt. Er mogen vanaf dat moment nog steeds drie contracten voor bepaalde tijd gesloten worden, maar dan moet dan wel in een periode van maximaal twee jaar. Bovendien wordt de tussenperiode opgerekt naar een periode van meer dan zes maanden.

Met de komst van de Wab wordt de maximumtermijn van de ketenregeling verruimd.

Dit betekent dat er weer maximaal drie contracten voor bepaalde tijd binnen een periode van drie jaar kunnen worden afgesloten. Bij een opvolgend contract of op de dag na het verstrijken van de driejaarsperiode is er sprake van een vast contract. De tussenpoos (periode tussen twee opvolgende contracten) bedraagt 6 of meer maanden. Is daarvan sprake, dan begint de telling van de ketenregeling opnieuw.

Daarnaast is het ook mogelijk voor seizoensgebonden arbeid dat de tussenpoos teruggebracht kan worden tot 3 maanden als de aard van het werk daar om vraagt.

De ketenregeling is niet van toepassing op tijdelijke invalkrachten in het primair onderwijs, die een leerkracht vervangen wegens ziekte. Dit zorgt ervoor dat invalkrachten die op basis van opvolgende tijdelijke arbeidsovereenkomsten een zieke leerkracht vervangen, geen aanspraak kunnen maken op een vast contract.