vaststelling behoefte aan partneralimentatie

Andere nieuwsberichten

Op welke manier wordt de behoefte aan partneralimentatie vastgesteld?

In deze blog wordt ingegaan op de vraag hoe de behoefte van een onderhoudsgerechtigde dient te worden vastgesteld. Partneralimentatie kan alleen aan de orde zijn als er sprake is van behoefte van de onderhoudsgerechtigde. Er ontstaan in de praktijk vaak discussies over de door de alimentatiegerechtigde gestelde behoefte.

 

Wat wordt er bedoeld met behoefte?

Met behoefte wordt gedoeld op datgene wat een onderhoudsgerechtigde nodig heeft om in de kosten van zijn of haar levensonderhoud te kunnen voorzien. In zijn jurisprudentie (zie onder meer de uitspraak van 19 december 2003, ECLI:NL:HR:2003:AM2379)heeft de Hoge Raad met een inmiddels standaard overweging duidelijk gemaakt op welke wijze de behoefte van een onderhoudsgerechtigde dient te worden vastgesteld:

“De rechter moet bij het bepalen van de mede aan de welstand gerelateerde behoefte rekening houden met alle relevante omstandigheden. Dit betekent dat de rechter zowel in aanmerking zal moeten nemen wat de inkomsten tijdens de laatste jaren van het huwelijk zijn geweest als een globaal inzicht zal moeten hebben in het uitgavenpatroon in dezelfde periode om daaruit te kunnen afleiden in welke welstand partijen hebben geleefd. De hoogte en de aard van zowel de inkomsten als de uitgaven geven immers een aanwijzing voor het niveau waarop de onderhoudsgerechtigde na de beëindiging van het huwelijk wat de kosten van levensonderhoud betreft in redelijkheid aanspraak kan maken. Ook (de mogelijkheid van) vermogensvorming zal in beginsel – afhankelijk van de omstandigheden – bijdragen tot het oordeel dat echtelieden in een bepaalde welstand hebben geleefd. De behoefte zal daarnaast zo veel mogelijk aan de hand van concrete gegevens betreffende de reële of de met een zekere mate van waarschijnlijkheid te verwachten kosten van levensonderhoud door de rechter worden bepaald.”

 

Vaststelling van de behoefte: Hof-norm 

De vaststelling van de behoefte is maatwerk. En vaak tijdrovend. De behoefte wordt niet (forfaitair, zoals bij kinderalimentatie) aan de hand van tabellen bepaald. Wie stelt dat zij/hij behoefte heeft, zal dat gemotiveerd moeten onderbouwen met bonnetjes, bankafschriften waaruit de aard en omvang van de inkomsten en uitgaven in het verleden blijken, maar ook een schatting wordt gegeven van toekomstige lasten.

Voor het bepalen van de netto behoefte is er in de lagere rechtspraak een vuistregel ontwikkeld, de zogenoemde Hof-norm. Deze norm gaat ervan uit dat de behoefte van een onderhoudsgerechtigde (en overigens ook de behoefte van de onderhoudsplichtige) kan worden vastgesteld op 60% van het voormalig netto besteedbaar gezinsinkomen na aftrek van het eigen aandeel in de kosten van de kinderen.

Stel dat het netto besteedbaar gezinsinkomen € 5.000,- per maand bedraagt en het eigen aandeel in de kosten van de kinderen € 1.000 per maand, dan bedraagt de behoefte dus 60% van € 4.000,-, oftewel € 2.400,- netto per maand. Uitgegaan wordt van een percentage van 60% en niet van 50% omdat het leven van een alleenstaande geacht wordt duurder te zijn dan in het geval van samenwoning.

Deze vuistregel kan worden toegepast, tenzij het bedrag dat aan de hand van de vuistregel is berekend, voldoende gemotiveerd is betwist.

 

Het behoeftelijstje

Alsdan dient de behoefte van een onderhoudsgerechtigde inzichtelijk te worden gemaakt met een behoeftelijst.

In een dergelijke lijst kunnen de kosten die de onderhoudsgerechtigde heeft, alsmede de reëel te verwachten kosten in de toekomst (denk aan nieuwe woonlasten), worden weergegeven. In feite betreft de lijst een overzicht van kosten die de onderhoudsgerechtigde had en de kosten die hij/zij in de toekomst reëel te verwachten heeft. Zaak is de behoeftelijst goed met bonnen, polissen, offertes, bankafschriften te onderbouwen. Soms kunnen de cijfers die het Nibud geeft een (nadere) onderbouwing geven. Daar moet een kanttekening bij geplaatst worden, omdat die cijfers een indicatie geven van bepaalde gemiddelde kosten, maar niet per se iets zeggen over de kosten van de betreffende alimentatiegerechtigde.

Belangrijk is dat het gaat om de kosten van de onderhoudsgerechtigde zelf.